2016 Op weg naar en verblijf in Bagan

Op weg naar en verblijf in Bagan
 
Woensdag 27 januari
 
Goedemorgen, vandaag staan we om 5.30u alweer naast ons bed, en wat hebben we genoten van een vooral heerlijk warm bedje vannacht. Nu effe goed aankleden, want op ons temperatuur meterke staan op dit moment wel 8 hele graden aangegeven. Een historisch dieptepunt voor de tijd van het jaar zeggen ze hier, en toevallig zijn wij nu hier. Dus we houden er maar over op, we gaan nog lekker even vrieskoud ontbijten en dan is het tijd voor de bus naar Bagan.
 
En ja hoor, om 7.00 uur springen we in het minibusje. Mogen lekker op de eerste rij stoelen plaats nemen, dus hebben we een zee van ruimte. Kijken hoe ons dit gaat bevallen. En je gelooft het niet, we beginnen eerst maar even te vragen of de ramen dicht mogen. Ze rijden hier dus in die kou met de ramen helemaal open, wat een mafkezen zeg. Voorlopig zijn wij de enigste 2 passagiers die Nyaungshwe uitrijden, we zijn benieuwd of het deze reis bij 2 blijft. En het is meteen weer tijd voor een bergetappe, maar dan van zo’n 4 uur. Wel hebben we na een uurtje een korte onderbreking in Kalaw, een bekend bergdorp waar je trekkings kunt maken. Hier stapt 1 passagier extra in, en dan weer on route. Toch gaat gedurende de hele reis iedere keer het raam weer open om te vragen of de personen langs de weg ook naar Bagan willen.
 
En dan nog het vieze Birmese geroggel om hierna de opgehaalde inhoud uit het raam te spugen. Dit komt door een rood goedje waar 75% van de bevolking de hele dag op loopt te kauwen. Het is gestampte betelnoot in een groen blad, en eenmaal in hun mond kleurt het rood en roggelen ze dit op en spugen het uit hun mond, waar ze ook op dat moment zijn. De straten zijn bezaaid met rode vlekken en de auto’s hebben zelfs uiteen gewaaid rood spuug op de portieren zitten. En de gevolgen van dit goedje altijd maar te kauwen is, het werkt stimulerend, honger onderdrukkend maar wel verslavend, de tanden zijn rood en rot, dus als ze tegen je praten schrik je je vaak de blubber, gatverdegatver. En dan netjes na alle spuug momenten de ramen weer dicht doen, ho maar. Dus met regelmaat een schouderklop, we didn’t like the window open, we have it very cold.
Gedurende de reis begint gelukkig wel het zonnetje te schijnen, en moeder natuur zorgt ervoor dat we het na zo’n 5 uur rijden toch lekker warm beginnen te krijgen. En zienderogen veranderd het landschap, het wordt iets vlakker, droger en andere beplanting met o.a. gigantische cactussen en reuze palmbomen. Toch maar eens even vragen wanneer we een stop hebben, maar no, no, no stop zegt de beste knul. Oké, dan hebben wij geen keus hè. Dit zorgt er wel voor dat wij uiteindelijk al om 14.00u in Bagan bij ons Kaday Aung Hotel afgezet worden, ook niet verkeerd. De minibus is van deur tot deur, wat een service hè, en dat voor 17000 Kyats (€ 13,00 voor samen, 7 uur bussen)
 
Nu eerst weer even inchecken en dan naar de toegewezen kamer. Ho, ho, ze willen ons hier naast een scooter en fietsenberging zetten. De deur wordt niet eens geopend, we grijpen onmiddellijk in. Op naar een alternatief. Een aardige kamer, maar een oude rotte vieze badkamer, wel vlak bij het zwembad, dus we twijfelen. Eerst maar even bijkomen op ons terrasje, we zijn tenslotte alweer 7 uur onderweg. En voor nu even het allerbelangrijkst, het zonnetje staat hoog aan de hemel, wat een heerlijkheid. We besluiten daarom samen eerst maar eens even op te lopen, we hebben gezien dat we hier vlak bij een centrumpje zitten in New Bagan. We snuffelen hier wat rond, en er is volop leven in de brouwerij. Bij een Engelse bar drinken we wat en lopen door de zanderige straten en plannen meteen dat we hier morgen een elektrische scooter gaan huren. Je kunt ook met een paardenkar, maar wij vinden dit zo zielig voor die beesten, daar doen wij uiteindelijk maar niet aan mee.
En wat genieten we van het heerlijke zonneke op ons koppie, daar word je toch helemaal blij van. Langzaam aan lopen we weer terug naar ons hotel en het zit Driek toch nog niet lekker. Die vind de kamer maar niks en gaat in conclaaf met de receptionist. En ja hoor, na zo’n 3 kamers bekeken te hebben gaan we akkoord om $ 10 meer te betalen en zitten we nu in een mooie suite-room. Nou moet je je daar niet teveel bij voorstellen, een normale mooie kamer, maar het belangrijkst, een schone en nette badkamer. Dat vinden wij wel 10 dollar extra waard. Eindelijk kunnen we nu onze spullen installeren en springen meteen maar onder de douche, gelijk effies testen, en lekker hoor, niks mis mee.
 
Helemaal opgekalefaterd lopen we terug naar het centrum, we hebben een leuk restaurantje gezien. Hier in Black Rose Restaurant, genieten we van een geweldige maaltijd. Buikje weer helemaal strak, eigenlijk TE strak, oef oef. Eenmaal terug op ons platje voor onze kamer, schrijven we nog effies aan het verslag, we drinken wat, en is het al snel bedtijd, het was weer een aardig lang dagje vandaag. Truste!
 
Donderdag 28 januari
 
Mingalabar (hallo) allemaal. Wat een heerlijk bed hebben we hier, we hebben dan ook meteen lekker uitgeslapen al is het maar tot 8.00u. Het ontbijt is maar tot 9.00u, dus passen wij ons wekkertje er meteen maar op aan hè. We nemen plaats in een groot restaurant met een buffetontbijt, niet verkeerd hoor, tis weer smullen. Dan snuffelen we bij ons hotel nog eens effies rond, maar zoals we nu al ervaren hebben in heel Myanmar, alle hotels lijken prachtig, vooral op de foto’s maar er zijn zovele minnetjes op te noemen als je kritisch gaat kijken. Dit doen we dan ook maar niet, we zijn tenslotte in Myanmar waar ze pas met het toerisme in de weer zijn. Misschien moeten we over een paar jaar nog eens terug, kijken of daar verbetering in komt.
 
En we willen niet vervelend te worden, maar het is weer bewolkt en om 10.00u nog steeds maar 13 graden, niet echt een temperatuur om in je truitje op een scooter te zitten. Dus we stellen het nog effies uit, misschien dat het zonnetje nog gaat schijnen en maar hopen dat dit niet te lang duurt. In de tussentijd kan Kwep aan d’r verslag werken, vervelen doen we ons hier geen minuut hoor.
 
En omdat we nu even de tijd hebben, sommige vragen wat de witte vlekken op de huid van de dametjes is, hier even wat Birmese cultuur:
 
  • Thanaka Birmese meisjes en vrouwen en inmiddels zowat de hele bevolking smeren thanaka op hun gezicht. Een licht gele verfstof die gemaakt wordt van de bast van de Thanaka-boom. De bast wordt over een steen gemalen en daarna vermengd met wat water totdat er een lichte pasta ontstaat. De pasta wordt op de wangen en voorhoofd gesmeerd. Thanaka werkt verkoelend, bestrijdt een vette huid en beschermt de huid tegen de zon. Vrouwen die op het veld werken smeren daarom dikke lagen op hun gezicht en armen. Sommige vrouwen geloven dat thanaka de huid lichter maakt en doen ook ’s nachts een dikke laag op hun gezicht.
  • Omgangsvormen Meningsverschillen tussen mensen worden zelden openlijk geuit. Je geduld verliezen, boos worden of een woordenwisseling in het openbaar betekent namelijk ‘gezichtsverlies’.
  • Gebruik van je handen De rechterhand dient in Birma om te eten, de linkerhand om het achterwerk te wassen na toiletbezoek
  • Respect (vooral voor ouderen en wijze mensen) speelt een belangrijke rol in de Birmese maatschappij. Aan tafel hoort een jongere niet een zitplaats te kiezen die boven een monnik of oudere persoon uitkomt. Birmezen zullen licht buigen als ze voor een gerespecteerde persoon langs lopen.
  • Omgang met monniken Een monnik mag niet worden aangeraakt, vooral niet door vrouwen. Wil je als vrouw iets overhandigen aan een monnik, doe dat dan via een man of door het neer te leggen. Ga als vrouw in het openbaar vervoer ook niet pal naast een monnik zitten, maar zorg dat er een man tussen zit.
  • Kledingvoorschriften Birmese mannen en vrouwen dragen geen broeken en rokken maar een sarong die een longyi genoemd wordt. Mannen en vrouwen doen die longyi op verschillende manieren om. Mannen maken aan de voorkant een knoop, waarin ze ook geld en waardevolle spullen bewaren. Vrouwen slaan de longyi aan de voorkant naar binnen.
 
Zo, dit zijn even wat Birmese gebruiken, dat gaat hier even wat anders als in ons kikkerlandje.
 
En ja hoor, in de tijd dat ik dit even op heb zitten zoeken, komt de koperen ploert langzaam tevoorschijn. We besluiten direct op pad te gaan, het is inmiddels alweer 12.30u, dus de hoogste tijd. We wandelen eerst even met een tas met was naar het laundry hokje. Voor € 5,00 20 stuks wasgoed gestreken en wel en morgenvroeg klaar. Dit zou je thuis moeten hebben, ha, ha. Nu naar de scooter verhuur en voor 8000 Kyats (6,00) kunnen we nog lekker effies rondtoeren. Plattegrond in de hand, camera op scherp, en daar gaan we. De elektrische scooter wordt gestart en het rijden ermee is nog effies wennen voor Driek. Maar eenmaal op weg langs de vele tempels en stupa’s valt je mond open van verbazing. Waar je ook kijkt, links, rechts, voor je uit, het hele landschap is gevuld met amazing mooie tempels en stupa’s.
We besluiten dan ook om vandaag te beginnen met een oriënterend rondje en morgen het geheel nog eens uit te diepen. Want dit is voor nu te hoog gegrepen, zoveel moois dat het even niet te bevatten is. Ook al houd je zelfs niet van tempels en stupa’s, zoals het hier voorkomt in het landschap van Bagan, je moet dit wel bijzonder mooi vinden, dat kan niet anders. Dit zie je nergens ter wereld, dat is zeker. We slaan er nog even de plattegrond op na, en zien dat er in de buurt een uitkijktoren moet zijn. Wij crossen er naar toe, en komen bij een gigantisch super de luxe resort uit. Het is dan ook even zoeken waar we moeten wezen voor de ingang van de toren, maar we komen uiteindelijk bij een ticketcounter uit. Voor 5 dollar pp mag je met de lift naar de 11e verdieping en de laatste 2 verdiepingen ga je te voet de trappen op, zodat je daar een amazing uitzicht hebt over heel Bagan met de prachtige bouwwerken. Wel jammer dat het alweer bewolkt en heiig is geworden, maar het voelt voor ons als heel erg bijzonder dit hier te mogen aanschouwen. Wij saampies staan er toch maar!
 
Nu rest ons nog de weg terug, want we zijn best ver van “huis”. Na ruim een half uurtje brommen leveren we de scooter in en zeggen de beste man dat we morgen weer een rondje gaan maken. En omdat het inmiddels al over vijven is pikken we meteen een terrasje bij Black Rose, waar we heerlijk zitten te genieten van alles wat hier voorbij komt. We nemen meteen maar een warme hap nu we er toch zijn, anders moeten we straks weer terug. En dit restaurant is heel geliefd, het volk blijft af en aan lopen, een goed teken en ook wij vinden het eten hier verrukkelijk. We sluiten af met een lekkere kop koffie, die hier ook met een espressomachine gemaakt wordt, wat een verwennerij. Over de rest van de avond valt niet veel spannends meer te melden, we kletsen wat bij ons hotel met Nederlandse buurtjes, schrijven weer wat regels aan het verslag, en genieten intens na van alles wat we hier beleven. Op naar morgen!
 
Vrijdag 29 januari
 
Het heerlijke nachtje zit er weer op, en ja, ja, dit is lang geleden. Direct komt het zonnetje tevoorschijn en wat is dit heerlijk zeg. Dat wordt vandaag dan ook een volle dag scooteren. Eerst het buikje vullen en dan de wandeling naar het centrum om een scooter op te pikken. Driekie brengt meteen maar even zijn spijkerbroek weg voor een sopje, want die staat stijf van viezigheid, hij kan er ’s morgens vanaf afstand zo inspringen. Vandaag is het korte broeken weer, dus nu kan het hè.
 
Ik heb het toch maar weer even opgezocht, nu wat info over Bagan:
Bagan is gesticht in het jaar 849 en is het grootste boeddhistische ruïne gebied ter wereld, is ongeveer 40km2 groot, waar op een droge grond met wat palmbomen zo’n 2200 pagodes en tempels staan. Bagan was vanaf 1100 twee eeuwen lang één van de machtigste rijken van Azië. Het was ooit een grote stad vol met houten huizen waar ongeveer 200.000 mensen in woonden. Daar is nu niet veel meer van over, er wonen nu nog maar 20.000 mensen in deze geweldige mooie stad. Het belangrijkste is gelukkig wel bewaard gebleven, de vele prachtige tempels, pagodes en ruïnes, en daarom een enorme toeristische trekpleister in Myanmar. Het staat op de nominatie van de Werelderfgoedlijst, voor ons een raadsel dat dit nog niet en definitieve plaats verdiend heeft.
 
En daar gaan we dan, we willen vandaag echt heel Bagan rond gaan rijden. We hebben de plattegrond weer bij ons, en gaan eerst op zoek naar de rivier. Meteen hebben we de verkeerde afslag, wat later blijkt, maar ook hier natuurlijk direct de prachtige stupa’s, en tempels, dus effe een rondje lopen hier. Fotoke links, fotoke rechts en daar gaan we weer. En warempel, we komen even later uit bij een rivier. En meteen weer zo’n knots goud voor je neus. Weer de camera op scherp en dan nemen we maar us een drankje in het Si Thu restaurant even wat verderop aan de rivier. We nemen ieder een bakkie, en hier zijn het voor Myanmar Scheveningse prijzen, € 1,50 per kop, pfffff. Je bent hier direct verpest als zuunige Nederlander, die prijzen zijn hier (bijna) overal zo gigantisch laag, we love it.
 
Wij vervolgen onze weg en nu willen we naar Old Bagan. Via de highway scooteren we er naar toe, een behoorlijk ritje, maar o zo lekker. Zonneke op het voorhoofd, wie doet je wat. En wat treffen we in Old Bagan aan, een heuse local market. We lopen er meteen maar even overheen. Een leuke markt, veel handelswaar, maar ook de gebruikelijke “verse” producten voor de bevolking. In een local restaurantje drinken we weer wat, het is best warm, en het vochtgehalte moet op peil blijven hè. En dan weer on route, en we kunnen er kort over zijn, tempels en pagodes, in ieder ooghoek duiken ze op. We waren gestart met bijhouden van de namen van de tempels en pagodes die we allemaal bezoeken, maar tis geen doen, voor ons gevoel hebben we ze zowat allemaal gehad als we om 17.00u de scooter inleveren. Eén ding is zeker, het is hier adembenemend mooi.
 

Meteen lopen we even langs het laundry hokje, want Driek zijn broek zou ook klaar zijn, en de was van gister nemen we dan ook meteen mee. Komen we even later in ons hotel en wat blijkt, ze hebben het verkeerde wasgoed meegegeven. Driekie op eend draf weer terug, want stel dat ze onze kleding aan een ander meegegeven hebben, oei, oei. Altijd spannend, die wasgoed momenten in Azië. Maar een kwartiertje later zijn we weer blij. Alles klopt nu, het is Birmees schoon, en kan weer in de koffer. De rest van de dag verloopt net als gister, dineren bij Black Rose, effe schrijven, effe babbelen en dan is het tijd om te snurken. Morgen weer vroeg op, dan gaan we weer verkassen, en deze keer naar Mandalay. Wordt vervolgd!!

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.