2016 Verblijf in Nyaungshwe

      Geen reacties op 2016 Verblijf in Nyaungshwe
Dag 9 en 10 Verblijf in Nyaungshwe
 
Maandag 25 januari
 
We staan om 6.00u op maar dat maakt vandaag niks uit, we hebben heerlijk geslapen en zijn kakelfit. Effe poedelen, onze toet insmeren met factor 50 voor op de boot en dan snel naar het ontbijt. Om klokslag 7.15u springen we ieder achter op een brommer om naar de longtailboot gebracht te worden. En je gelooft het niet, het begint te druppen.  Maar niet getreurd, het zet gelukkig niet door. We beginnen vol goede moed de boottocht over het Inle Lake. Het is een gigantisch meer van ruim 22 km lang en 5 km breed en kanalen als straten.
 
We varen eerst over het grote meer, en zodra je de grote plas afdraait staan de traditionele vissers meteen hun standjes ten toon te stellen, voor een fooike doen ze allerlei geks. Deze traditionele vissers hebben hun eigen manier van roeien en vissen. Met 1 been peddelen ze met hun roeispaan en zo hebben ze hun handen vrij om de visnetten op te halen, en staand hebben ze goed zicht over de drijvende tuinen die hier overal op het water zijn. Zo apart om te zien, pffff. We varen verder en schieten de kanalen in. Wat is het prachtig hier. Complete drijvende boomgaarden en tuinen waar groenten en fruit op wordt verbouwd. Het wordt drijvend gemaakt door lagen aarde vast te binden met moeras planten en zo ontstaan hele velden drijvende tuinen en boomgaarden waar ze met kleine longtailbootjes tussendoor schieten om het te bewerken. Waar zie je zoiets!
 
Foto’s maken komt niet veel van terecht, we hebben het berekoud en het is aardedonker geworden, het is trouwens amper normaal licht geworden vandaag. Zitten wij hier met ons koppie in factor 50, hi,hi. In plaats daarvan hebben we nog wat laagjes kleding extra aangetrokken. Maar ondanks het weer, we genieten met volle teugen, wat is het bijzonder hier. We gaan nu even van de boot om bij een zilversmederij gaan te kijken. En als je ziet hoe dat hier gaat, een blaasbalg die de houtskool blokjes tot een vuurtje maakt en daartussen wordt het zilver gesmolten waar ze later de meest mooie sieraden van zitten te maken. Wat een vakwerk zeg! En nu natuurlijk nog even de shop in, maar Kwep is niet zo van de sieraden, al moet ze toegeven, het is wel super bijzonder wat ze hier maken. Ook al slaan we een aankoop af, ze blijven superaardig allemaal, het zijn echt schatten, de Birmezen.
 
Nu weer on route, complete kloosters met bijbehorende pagodes komen we tegen, kinderen die hier op een drijvend schooltje zitten, eigenlijk het gewone leventje maar dan alles op het water, en op hun eigen manier natuurlijk. En de ambachten liegen er niet om, we gaan nu even kijken bij een paraplu maker op de Chinese tour. Wat kunstig, eerst wordt schors van een boom geplet tot een soort moes, dan strooit ze dit goedje gelijkmatig uit op een bak van horrengaas die in het water ligt, en als ze dan voorzichtig de bak omhoog tilt uit het water blijft er een mooi vierkant papieren vlak over wat natuurlijk nog wel even moet drogen. Daarna wordt het geverfd naar gelang wat ervan gemaakt gaat worden. 
 
We lopen hier nog wat wat rond en komen ook nog de longneck dames tegen. Die schijnen hier gewoon als attractie te zitten, dat zou je niet moeten willen, maar tja, het zij zo. En wat zien we nu, het begint te regenen, het komt met bakken tegelijk uit de hemel. Hebben wij geluk dat wij hier onder een afdak staan. We ontmoeten hier een man uit Schotland die de tijd voor ons wel erg plezierig doodt. Wat heeft die man veel gereisd, en hij is nog steeds niet uit gereisd, wat een heerlijke verhalen. Maar ja, de stortregen wil niet stoppen en staan we hier nog steeds. Het duurt zelfs ruim een uur voordat het weer droog wordt.
 
Wij weer in de boot, maar het wordt er niet leuker op. Ook de andere toeristen zitten allemaal met blauwe bekkies in de boten, brrrrr. Toch on route blijven wij onze ogen uitkijken en hebben nog niet eerder zo’n mooie boottocht gemaakt in Azië. Toch mooi meegenomen, dat verzacht de omstandigheid, hi, hi. Even later is het tijd om een local market gaan te bezoeken. Op deze markt kom je ook de Inle’s tegen met hun leuke klederdracht. Maar wat een bende hier. De vis en het vlees in de blubber op de grond en toch loopt de verkoop goed. De varkens raggen door het afval en hebben het reuze naar hun zin in deze blubber bende. En dan de tientallen honden die elkaar te lijf gaan om wat eten te ritselen, bah, bah, Kwep loopt maar snel door.
 
En weer moeten we schuilen, het dondert en het is weer tijd voor een wolkbreuk. Onder een golfplaten dak schuilen we opnieuw, toch een geluk dat we dit hier in ons bereik hebben. Maar tegelijkertijd toch erg jammer en zo zie je maar, het weer heb je nergens in de hand, ook hier niet. Kwartiertje later is het weer droog en nu lijken wij wel varkens. De lemen blubber spettert omhoog en plakt zo aan onze schoenen dat we wel 5 cm hoger lopen voordat we onze longtailboot bereiken. We springen er weer in en varen er weer lustig op los. Nu nog even naar een lotus en zijde weverij. Ook al hadden we een zijdeweverij al eens eerder gezien, wij wisten niet dat van de stengels van de lotusbloem ook garen gemaakt wordt. Weer interessant en weer wat opgestoken.
 
Volgens onze bootsman, een super leuke aardige knul, is het tijd voor de lunch. Eenmaal uit de boot onderweg naar het restaurant komen we bij een sigaren-sigarettenmaker voorbij. DIT is nu de sigaret die onze fietsman in Yangon kocht van ons fooike, dat wordt hier nu meteen duidelijk. We proberen het een en ander, maar we kopen maar niet nog meer peukjes. Het is al erg genoeg onze verslaving, hi, hi. Nu eerst maar eens genieten van een heerlijke maaltijd en alles nog steeds op het water hè. We smullen hier heerlijk, en met een zeer strak buikje gaan we weer on board. Nu willen we eigenlijk wel on route terug, want inmiddels zijn we zowat bevroren. Onze leuke bootsman vindt het een wereldplan, hij heeft het ook berekoud.
 
En waar we ook varen, en wat voor weer het ook is, het blijft adembenemend mooi overal. Maar als kers op de appelmoes gaat hij nog even aan bij een klooster op het water. Een ruimte waar weer complete gigantische met goud belegde boeddha’s staan te pronken, een monnik die eindeloos het gebed opleest, liggend en wel, wat een bijzondere wereld hier. En eenmaal in de boot op de terugweg, krijgen we nog een presentje. Nu regent het opnieuw pijpenstelen, maar nu zitten wij hier, in de boot, op een stoeltje zeiknat te worden. De bootsman heeft gelukkig een plu voor ons, en deze moet het ergste nat tegenhouden. Wat zijn wij blij als wij aan wal kunnen gaan. Maar ook hier blijft het maar regenen en schuilen we hier opnieuw onder een afdak.
 
Als de regen minder wordt springen we toch maar achter op de brommer en worden we netjes afgezet bij ons hotel. Eerst maar eens een warme douche, daar zijn we wel aan toe. Joggingbroek aan, paar lagen shirts aan, sokken aan, das om, je kunt je hier nergens aan warmen, dus de kleding moet het doen. En op deze kou hebben wij niet gerekend, dus ja, dan maar zo.  En als je je dan bedenkt dat de bevolking hier zowat buiten woont, zonder kachel zonder comfortabele voorzieningen, dan zeggen wij wijselijk maar niets.
 
Nu willen we voor morgen toch nog een reisje boeken. We willen de Kakku Pagodes gaan bezoeken, het weer is toch pet, dan is een tochtje met de auto zo gek nog niet. En velen zijn er wild enthousiast over, dus gaan wij het zelf maar eens bekijken.  Dichtbij ons hotel zit travelshop Peter, nou……..travelshop is wel te hoog gegrepen. Een hok met Birmese mannen, maar ze kunnen wel een toertje boeken voor ons. Mooi, weer geregeld, als dat ze nog even om een aanbetaling vragen. Nee, nee, zegt Kwep, er wordt hier in Azië niets aanbetaald. Ze moeten Kwep maar op d’r blauwe ogen geloven, en zo niet…………. No problem, no problem, wat een giller. Nu maar afwachten of ze ons morgen komen halen, hi, hi.
 
We wandelen nog wat rond en besluiten op zoek te gaan naar Pancake Kingdom. We willen nog een licht hapje na de behoorlijke maaltijd van vanmiddag. Het is even zoeken, en in een guur steegje ploffen we neer op een stoel. En of we nu buiten of binnen gaan zitten, het maakt niks uit, ramen zitten hier niet in de wanden, dus ook hier is van opwarmen geen sprake. Toch genieten we van een lekkere pannenkoek, en de grootste verrassing, een overheerlijke koffie uit een espressomachine. Wauw, alsof een engeltje op je tong piest, wat heerlijk zo’n fantastisch bakkie leut. Terug wandelend zijn wij het er over eens, het weer is hier k.. maar wat een bijzonder mooie ervaringen doen we ook hier weer op. We hebben het nog steeds een TOP hier. Op naar morgen, kijken wat dat ons gaat brengen, truste!
 
Dinsdag 26 januari
 
Goeie genade, het lijkt wel wintersport en dan in bikini hier, zo koud hebben wij het nu we hier buiten aan ons dagelijkse bakkie leut zitten. Ook vannacht de bibbers gehad, het is inmiddels 10 graden als we opstaan. Ons huisje is van pitriet wandjes zonder warmtebron, dus we leven nu bijna als Birmezen. Wat moet deze bevolking het koud hebben zeg, die liggen als ze geluk hebben vaak met hun matras op een betonnen vloer, geen enkel comfort, brrrr. En vandaag ontbijten, tis niet funny hoor. Het brood waait met een ijzige kou bijna van ons bordje want hoe mooi het hier ook kan zijn, we zitten in een geheel open ruimte op een meter of 6 hoog in de kou, en dan vergaat het mooie toch wel enigszins. En geen idee hoe wij het hier ooit nog warm gaan krijgen. Met deze extremen hebben we met onze koffer inpakken geen rekening gehouden.
 
Maar gelukkig komt de bestelde driver mooi op tijd, das dus goed geregeld. We gaan vandaag de Kakku Pagodes bekijken. We zijn gewoon blij dat we nu in een auto beschut en vrij van de ijzige wind binnen kunnen zitten, wat een giller zeg. En in de auto zit wel een kachelknop met rode puntjes, maar werken ho maar. Ach, we zijn al blij met een gesloten geheel om ons heen, hi, hi. Onze chauffeur is wederom een hele vriendelijke knul, hij stelt zich netjes voor als ene Patrick. Verder kunnen we er geen touw aan vast knopen, engels spreekt vrijwel niemand hier, al doen ze wel een poging ons wat te vertellen. Maar geen punt, we doen het ermee. De beste knul rijd lekker rustig wat alle ritjes die wij achter de rug hebben al zo is geweest. Geen enkel gevoel van onveilige situaties, en dat is wel zo prettig. Nou is er bijna overal maar één highway, de zijwegen zijn allemaal zandpaden en daar komt vrijwel geen verkeer uit tevoorschijn, maakt het meteen iets simpeler hier te rijden.
 
We genieten van alles wat we zien onderweg, we moeten het vandaag doen met een markt vol koeien, de local markt is vandaag niet op de route. Ach ja, bij gebrek aan beter kijken we effies rond. Maar het is niet meer als een weiland vol koeien die verhandeld worden voor minimaal 1000 dollar per stuk. We gaan er dan weer snel vandoor, krioelen hier weer bocht na bocht door de bergen, en na ruim een uurtje rijden komen we aan in Taunggyi, de hoofdstad van de staat Shan en het ligt op 1400 meter hoogte. Hier moeten we de auto uit, een kantoortje in wat van de Government is. Graag even afrekenen om de Kakku Pagodes te mogen bekijken. Wel krijgen we voor de somma van 11 dollar meteen een gids mee, wat verplicht is, die ons hier gaat begeleiden. En das een leukerd zeg, SoSo is haar naam en zij woont ook in deze streek en behoort tot de etnische groep Pa-O. In klederdracht gehuld, zo leuk om te zien, en kwebbelen dat ze kan. Ze verteld ons dat zij hier op de universiteit heeft gezeten om Engels te leren en zo deze job heeft gekregen waar ze heel blij mee is. En dat straalt ze ook uit. Ze woont 5 dagen van de week in Taunggyi in een B&B, en al is ze 35 jaar, alleen in het weekend gaat ze naar haar ouders, want dat is enkele reis 2,5 uur brommen de bergen in. Tja, zo gaat dat hier hè. Onderweg verteld ze van alles. Ze begint met de gewoontes van de Pa-O stammen uit te leggen. Heb het opgeschreven, tis anders te veel om te onthouden, maar hier komt ie:
 
Het begon vroeger met een draak die alle krachten van de wereld had, die toverde zichzelf om in een mooie vrouw. Deze ontmoette een soort tovernaarsman die op slag verliefd op haar werd. Toen de “tovenaar” haar ware gezicht zag vluchtte hij en kwam nooit meer terug. Ze was echter zwanger en zij kreeg van hem twee kinderen, een jongen en een meisje en zij werden de eerste koning en prinses van de Pa-O. De kledendracht van de Pa-O komt ook voort uit dit verhaal, ze dragen namelijk allemaal laagjes over elkaar heen, als de schubben van een draak. Alle meisjesnamen beginnen daarom met “Nan”, wat prinses betekent en alle jongensnamen met “Khung”, wat koning beteken. De overige namen die men dan weer krijgt bij de geboorte zijn gerelateerd aan de dag van de week waarop je geboren bent. Dus als je op maandag geboren bent, moeten bijvoorbeeld in je namen de letters a, b, c, d en e voorkomen. Ben je op dinsdag geboren, dan moeten de letters f, g, h, i en j in je namen voorkomen (maar dan in Birmese letters). Ook is er een link met de dag van de week naar bepaalde dieren, zoals o.a. de olifant en de draak.
Luisterend naar dit mooie verhaal rijden we langs vele groene velden en dit zijn knoflookplantages. En die zijn er wat hier zeg. Kijkt erg leuk al die groene vlaktes in het toch wel erg dorre landschap van Myanmar. Dan de woonwijken die we tegenkomen, het zijn Bamboo Villages, de dorpen van de Pa-O stammen, alle huizen van pitriet, heel geordend en netjes om te zien en vrijwel geen zwerfafval. Echt mooi om hier in de bergen rond te tuffen. Een uurtje later, wat voorbij vliegt met alle interessante info, zien we de verschillende gouden puntjes al tevoorschijn komen. We zijn gearriveerd, DE KAKKU PAGODES!!
 
We gaan eerst met z’n viertjes genieten van een bakkie, en even later op pad met de leuke SoSo. Die verteld ons eerst nog even wat geschiedenis. Kakku is een heilige plaats waar 2478 prachtige stupa’s en tempels bij elkaar staan, en dit is nog maar de helft wat overgebleven is na een aardbeving in het verleden. De Koning van Bagan is hier ooit gestart met het maken van de eerste stupa in de 12e eeuw, maar het gros wat nu nog over is is merendeel gebouwd door de Pa-O stammen in de 17e en 18e eeuw. Het staat hier op een strategische plaats, het complex staat voor de helft op Pa-O grond, en de andere helft staat op de  Shan grond. De werkelijke grens van de Shan en de Pa-O stammen is het riviertje achter het complex.
 
En wat prachtig is dit hier allemaal. Bijna niet uit te leggen, je moet hier echt zelf rondlopen. Alle pagodes met prachtig gebeeldhouwde figuren, mannelijke uitdossingen, vrouwelijke figuren, draken, apen, olifanten, slangen, vogels, je kunt het zo gek niet bedenken. Alle stupa’s zijn voorzien van een nis waarin een boeddha zit. Wel allemaal verschillende boeddha’s, maar toch. En dan de belletjes die aan een soort van paraplu aan de top van de stupa’s hangen, verguld en wel natuurlijk, die maken door de wind een muziekse, je waant je zowat in heilige sferen, ha, ha. Wat is ook dit weer super en bijzonder.
 
Nu is het tijd voor een lunch, en dat nuttigen wij in het bijbehorende restaurant. Ook dit is weer verrukkelijk, wat smullen we iedere keer weer van de heerlijke maaltijden. We lopen nog effe een rondje om uit te buiken, schieten nog wat fotokes, en nu willen we wel weer on route terug. Want de temperatuur is nog steeds niet om over naar huis schrijven. We worden zoetjesaan blauwkes om te zien, brrrr. En ondanks de abnormale Aziatische koudegolf die ons teistert hebben we wederom intens genoten van alles wat we hier vandaag weer gezien hebben. Onderweg vraagt SoSo of we nog een dorp van de Pa-O stammen willen gaan bekijken, maar we bedanken haar hier vriendelijk voor, het is zo koud hier in die bergen en we moeten straks ook nog vervoer gaan regelen van Nyaungshwe naar Bagan. We nemen dan ook afscheid van elkaar bij het bewuste kantoortje van de heenweg, en dan is het nog ruim een uurtje knorren voordat wij om 16.30u netjes afgezet worden bij ons hotel.
 
Eerst maar weer effies warm douchen hoor, we zijn door en door koud, brrr. Na het douchje gaan we toch weer op pad. We willen een VIP bus naar Bagan gaan reserveren, maar na zo’n 5 kantoortjes geraadpleegd te hebben, blijkt er helemaal geen VIP bus te gaan naar Bagan. Dan besluiten we bij een vriendelijk dame een ticket voor een plaatsje in een Minibus naar Bagan. Zo, dat is geregeld, morgen om 7.00u komen ze ons halen. We sjokken nog even wat rond, eten wat bij Green Chili restaurant en gaan toch nog even voor de lekkere koffie bij Pancake Kingdom. En dan kan het wel weer voor vandaag, we hebben nog een ander plan op ons program.
 
En nou niet lachen hè, maar Kwep is altijd op alles voorbereid, en heeft voor Driekie een elektrisch voeten kussentje meegenomen. We wisten al dat de nachten koud konden zijn, en dan is Driekie niet echt te genieten. En na het gebibber van afgelopen nacht, is

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *